Onlangs begeleidde ik een managementteam om van goed naar beter te gaan functioneren. Het doel was de effectiviteit en de slagvaardigheid te vergroten; de teamleden namen onvoldoende hun plek in als leider. Een uitdagende opdracht want het bedrijf moest snel in beter vaarwater terecht komen.
Tijdens de eerste sessie had ik al snel door wat de cultuur was binnen dit team; ouwe-jongens-krentenbrood en we zijn vooral niet confronterend naar elkaar. Het aanspreken van elkaar op bijvoorbeeld niet nagekomen afspraken was not-done want het moest wel gezellig blijven. Welkom in de jungle, want iedereen liep daardoor het pad waarbij hij zich het beste voelde, ongeacht of het ook in de richting was van waar het bedrijf naar toe wilde. En zo werd er ook aangestuurd; een veel gehoorde opmerking was ‘mijn medewerkers snappen toch wel dat ze eigen verantwoordelijkheid dienen te nemen, dat hoef ik ze niet te zeggen, want het zijn volwassen mensen’. Hét argument om achterover te leunen en te laten gebeuren wat er gebeurd, want ja, ‘zo gaat het al jaren hier..’. Bovendien was de cultuur zodanig binnen het team dat ze al lang geleden gestopt waren elkaar hierop aan te spreken, waardoor dit gedrag de maatstaf was binnen het team. Lastig om deze vissen uit hun kom te halen en te laten zien dat er wellicht een grotere kom voor hen klaar staat. Bovendien gaat een vis pas snappen dat hij in water zwemt op het moment dat je hem eruit haalt…
In diezelfde eerste sessie begon ik met de vraag wat in hun beleving het woord ’team’ betekend. Dat was een lastige, want dat zijn we en doen we vooral, en om daar nou woorden aan te geven….Na een ongemakkelijke stilte zei één van hen dat hij vond dat ze helemaal geen team waren. Want wat hij onder een team verstaat is dat collega’s elkaar bevragen op lastige onderwerpen. Dat er een open discussie en dialoog met elkaar plaatsvindt ten gunste van de gezamenlijke doelstellingen en dat collega’s in een sterk team elkaar aanspraken op gedrag wat niet functioneel is. Daar werden een flink aantal zenuwen bloot gelegd en disfuncties aan de kaak gesteld. Het bleef stil…..de manager voegde eraan toe dat wij helemaal geen team zijn, omdat we geen gedeelde verantwoordelijkheden hebben.
Wat zijn we dan, vroeg een collega manager….? ‘Wij zijn geen team. Wij zijn een groep mensen die regelmatig bij elkaar komen en lopende zaken bespreken. Als wij een echt team waren, dan kwamen wij op voor elkaar, ondersteunden elkaar en droegen bij aan elkaar…’
Over de spijker op zijn kop slaan gesproken. Ik kan je zeggen dat ik in deze context een bijzonder krachtig team heb achtergelaten, na de laatste sessie. En misschien is dat succes wel te danken aan dat allereerste moment, waarbij die ene manager de ruimte en veiligheid ervaarde om te zeggen wat hij te zeggen had….namelijk ‘wij zijn geen team!’